‘Hier’ komen

Het ‘hier’ komen vind ik de belangrijkste oefening wanneer je je hond los wil laten lopen. Een betrouwbare ‘hier’ zorgt voor veiligheid van zowel je eigen hond als je omgeving.

Uiteraard is het belangrijk om dit goed aan te leren aan je hond. Er zijn meerdere manieren om deze oefening aan te leren. Blijf in elk geval – net als bij alle andere oefeningen – in de gaten houden dat je het commando voor deze oefening – bijvoorbeeld ‘hier’ – alléén gebruikt als je zeker weet dat hij komt of op het moment dat hij het doet. Vooral van die laatste optie maken we in het begin gebruik.

Hieronder volgt een stappenplan. Aan het eind van het artikel vind je als een bonus een ‘hier kom spel’.

Stappenplan

1. Vindt een beloning die je het hond meest geweldig vindt. Dat kan iets zijn wat hij normaal niet krijgt aan eten of bijvoorbeeld een fantastisch speeltje.
2. Start de oefening een prikkelarme omgeving, bijvoorbeeld eerst binnen en later in de tuin.
3. Maak een geluidje, klopt op je been, loopt naar achteren , of… en nodig daarmee de hond uit om naar je toe komen. Wanneer hij naar je toe komt, benoem je hoe dit heet (‘hier’ of ‘kom voor’) en geef je hem daarna de beloning.
4. Herhaal dit net zo lang, totdat je hond in de prikkelarme omgeving snapt én uitvoert wat je graag wil.
5. Bouw de prikkels langzaam op en houdt rekening met de diverse leeftijdsfases en ook de gemoedstoestand van je hond. Je kunt als hulpmiddel een lange lijn van 10 meter gebruiken.

Valkuilen en oplossingen

1. Je roept je hond 10 keer en de 11e keer komt hij toevallig eens jouw kant op. Je hebt gelezen dat je hem dan nooit mag straffen en geeft ‘m dus een koekje.
   • De hond leert dat hij pas na 11 keer hoeft te luisteren (NIET meer zo vaak roepen dus!)
   • Hij krijgt hoe dan ook af en toe wel een koekje en heeft het niet gekoppeld aan één commando. (ZUINIG zijn op je commando’s! Maximaal twee keer vragen en anders niet roepen.)
2. Hij moet toch zijn energie kwijt kunnen, dus ik zie wel wat er gebeurt
   • De hond ervaart zelfbelonend gedrag door bijvoorbeeld tegen andere mensen op te springen, achter een kat aan te rennen, lekker eten te vinden, … (LAAT hem alleen los in een omgeving waar het veilig is en waar je hem gewoon kan ophalen zonder stress)
3. Hij kan het thuis ook, dus hij moet het ook in het bos kunnen.
   • Honden moeten leren generaliseren. Dat je hond kan zitten bij de voerbak, wil nog niet zeggen dat hij ook snapt dat hij ook kan zitten in nat gras. (OEFEN dus in verschillende situaties en in diverse omstandigheden)

Fases

De meeste pups zoeken tot een maand of vier van nature regelmatig contact met ‘zijn’ mensen. Na deze vier maanden wordt de interesse van de pup steeds meer verlegd naar de buitenwereld. ” Dat ‘baasje? … Ach, die hebben we thuis ook”. En na deze fase komt de pubertijd en gaan hormonen een rol spelen. En dan denk je dat je deze fase overleeft hebt? Dan hebben we ook nog de ‘jachtontwikkelingsfase’ en de ‘krachtenmeetfase’. Kortom, je hond heeft het het eerste jaar vooral heel druk met andere dingen. Een heel natuurlijk proces, maar voor ons soms best een uitdaging. Want ‘gisteren’ kwam hij nog gewoon. En ja, dat klopt! Heb geduld, heb humor en stel je trainingsplan eventueel weer gewoon weer bij.

---

BONUS: Hier komen in spelvorm

We hebben hier een leuke trainingsvorm voor die het ‘hier komen’ leuk en krachtig maakt. Je begint met een aantal koekjes in je hand. Je gooit 1 koekje op de grond en geeft eventueel ‘zoek’. Zodra je ziet dat de hond gaat zoeken, draai je de rug naar je hond toe en neem je afstand, in het begin 2 grote stappen. Zodra hij opkijkt om te zien waar je bent versnel je je pas, de hond komt eraan en voordat hij opspringt gooi je weer een koekje. Je laat de hond weer zoeken en loopt weer weg. Zodra de hond opkijkt, ga je weer in actie.

Je doet dit een aantal keer achter elkaar en bij de laatste keer draai je in plaats van je rug, je gezicht naar je hond toe. De hond verwacht weer actie van jou en komt snel naar je toe. Je loopt naar achteren en laat de hond zitten en inchecken (oogcontact maken). Hef de oefening ook weer.

Wanneer je kunt voorspellen wat het gedrag van de hond wordt – dus je weet zeker dat hij met je mee loopt en naar je toe komt – dan kun je het gewenste commando toevoegen. Het gaat om het laatste stukje waarbij de hond naar je komt. Gebruik bijvoorbeeld ‘hier’ of ‘kom voor’.

Bij deze oefening gooi ik de brokjes op de grond. Je kunt ook het brokje in een bakje leggen. Of het bakje op een verhoging zetten voor een grote hond. Wanneer de hond opspringt tijdens de oefening, dan heb je de voorsprong niet groot genoeg gemaakt. Gooi dan of het brokje wat verder weg, of neem een grotere voorsprong. Een fijne bijkomstigheid van deze oefening is, is dat je kunt voorkomen dat de hond gaat opspringen terwijl je sneller loopt of rent.